Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij, Die mij veel benauwdheden en [34]kwaden hebt doen zien, zult [35]mij [36]weder levend maken, en zult [37]mij weder ophalen uit de [38]afgronden der aarde. 33. Of, grote. 34. Dat is, ellenden hebt doen ondervinden. Zie Job 7:7. 35. Anders, ons. 36. Hebr. zult wederkeren, zult mij levend maken; idem Gij zult wederkeren, Gij zult mij ophalen. Hij wil zeggen: Gij pleegt zo te doen, Gij zult het nu ook doen. Verg. hfdst.85 vs.7. 37. Anders, ons. 38. Dat is, uit diepe noden.